In de buurt ervan vestigden zich veel burgers die van de bescherming die de burcht hen bood wilden profiteren. In 1371 verdreven de patriciërs van Lüneburg hun landsheer Hertog Magnus II uit hun stad. Zeven jaar later vestigden de hertogen van Brunswijk en Lüneburg zich in Celle en bouwden er een prachtig slot.
Aanvankelijk bestond dit bouwwerk uit een vleugel. Onderin de hoektoren bevindt zich een prachtig ingerichte kapel uit rond 1480. De kleurige schilderijen waarmee deze kapel is versierd zijn gemaakt door de Nederlandse schilder Maarten de Vos en zijn leerlingen. Het schilderij van de kruisiging achter het altaar geldt als het beste werk van de meester. Hertog Georg Wilhelm die van 1665 tot aan 1705 regeerde pakte de zaken groots aan en breidde het slot met lieft drie vleugels uit. Het werk werd uigevoerd door de Italiaanse architecten Arighini en Bedogni. In het slot liet hij ook een theater bouwen om zijn eigen toneelgezelschap te kunnen laten optreden. Dit slottheater, dat het oudste van Duitsland is, wordt nog regelmatig gebruikt.
De stadskerk van Celle stamt oorspronkelijk uit de 14e eeuw maar werd in de 17e eeuw in barokstijl verbouwd. Het is een uit drie schepen bestaande hallenkerk, rijkelijk versierd met beelden en stucwerk van de Italiaan Tornielli. Onder het koor bevindt zich het familiegraf van de hertogen. Dat is ook de laatste rustplaats van prinses Caroline Mathilde die vanwege haar verhouding met Graaf von Struensee werd afgezet als koningin van Denemarken, werd verbannen naar Celle en later overleed in 1775. In de Franse tuin van het slot staat nog een marmeren gedenkteken voor haar. Ook vinden we in de stadskerk een gothische beeldengroep van de kruisiging van Jezus en een altaar uit 1613.
Vlakbij de kerk staat ook het fraaie raadhuis. Ook dit gebouw stamt in de oorsprong uit de 14e eeuw, maar werd in de 16e eeuw verbouwd in de Noordduitse renaissance stijl. Aan de zuidzijde van het raadhuis staan nog twee schandpalen waar in vroegere tijden misdadigers te kijk werden gezet. De oude binnenstad van Celle is vrijwel helemaal bewaard gebleven. Veel straten zijn bebouwd met aaneengesloten rijen vakwerkhuizen. Een aantal ervan is versierd met spreuken en houtsnijwerk. Een van de fraaiste huizen is het Hoppener Haus in de Poststrasse, daterend uit 1532. De gevel ervan heeft mooie houtgesneden beelden.
In het Bomann Museum wordt een beeld gegeven van de levenswijze van de boeren die vroeger op de Lüneburger Heide woonden en er is een afdeling over de geschiedenis van Celle. De beroemde stoeterij van Celle is een must voor de paardenliefhebber. Eind september/begin oktober worden hier elk jaar de hengstenparade en dressuurvoorstellingen gehouden.